Vakantie in het buitenland

Nederlanders gaan vaak op vakantie in het buitenland. In 2016 was er piek van vakantiegangers voor buitenlandse oorden. Met name landen die dichtbij gelegen zijn, zijn erg in trek. De landen die er met kop en schouders bovenuit steken zijn Frankrijk en Duitsland. Respectievelijk trokken deze 1100 duizend en 956 duizend mensen. Spanje en Italië komen hierbij op de derde en vierde plek met respectievelijk 583 en 552 duizend vakantiegangers.

In vergelijking met vakanties die in het binnenland gehouden overtreffen de buitenlandse bestemmingsoorden de nationale verblijfplaatsen met een factor twee. Zo ging in het hoogseizoen van 2016 een meerderheid van 5,3 miljoen Nederlanders op vakantie naar het buitenland in vergelijking met de 2,7 miljoen personen die in het binnenland vertoefden. Dit geldt echter alleen voor lange vakanties.

Korte reizen van maximaal drie overnachtingen werden overwegend in ons eigen land gedaan. In dit geval zal men een factor drieënhalf eerder geneigd zijn om binnen de grenzen te blijven.

Gemiddelde uitgaven in het buitenland

In het hoogseizoen van 2016 besteedden we op vakanties in het buitenland bijna €4,6 miljard. Voor lange verblijven alleen al werd €3,7 miljard uitgegeven. De hoogste uitgavepiek is te vinden in de vijfde week van het hoogseizoen. De meeste mensen zijn dan op vakantie en geven gezamenlijk dan ook het meeste uit. Enkel in deze week gaven we al bijna €747 miljoen uit. De buitenlandse oorden die het meest profiteerden van deze uitgaven waren uiteraard Frankrijk, Duitsland en Spanje. Maar In dat jaar kon ook Griekenland van deze stroom vakantiegangers profiteren. Ondanks dat dit land 191 duizend bezoekers, was het meer in trek geraakt dan de jaren ervoor. Daarvoor had dit Zuid-Europese land last van imagoschade door de vluchtelingenstroom. In 2017 was Turkije een groot verliezer die buiten de top tien viel, wat betreft inkomsten uit Nederlands toerisme, vanwege politieke onrust en terreuraanslagen.